-
1 terugdeinzen voor
v. shrink back from, scruple -
2 je moet niet terugdeinzen voor de gevolgen
je moet niet terugdeinzen voor de gevolgenDeens-Russisch woordenboek > je moet niet terugdeinzen voor de gevolgen
-
3 je moet niet terugdeinzen voor de gevolgen
je moet niet terugdeinzen voor de gevolgenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > je moet niet terugdeinzen voor de gevolgen
-
4 terugdeinzen
♦voorbeelden:hij deinsde er niet voor terug geweld te gebruiken • he didn't shrink from using forcevol afgrijzen terugdeinzen • recoil in horror -
5 terugdeinzen
-
6 voor niets terugdeinzen
voor niets terugdeinzen -
7 voor niets terugdeinzen
voor niets terugdeinzenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > voor niets terugdeinzen
-
8 terugdeinzen
отступить* * *гл.1) общ. отпрянуть, отскакивать, отступать2) перен. испугаться (voor-чего-л., кого-л.) -
9 recoil
n. terugloop; terugtrekken--------v. terugdeinzen (voor), terugschrikkenrecoil1[ rie:kojl, rikkojl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————recoil2♦voorbeelden:2 〈 figuurlijk〉 lies often recoil (up)on the liar • leugens hebben vaak hun terugslag op de leugenaar -
10 shrink
n. zielknijper (slang); verschrompeling--------v. krimpen; doen krimpen; terugdeinzen (voor)shrink1————————shrink2〈shrank [ sjrængk], shrunk [ sjrungk]/voornamelijk als bijvoeglijk naamwoord ook shrunken [ sjrungkən]〉1 krimpen ⇒ afnemen, sen♦voorbeelden:shrink at/from a situation • terugschrikken voor een situatieII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen krimpen ⇒ kleiner maken, doen sen♦voorbeelden: -
11 stick at
stick at♦voorbeelden: -
12 start
Oktober 1992, overeenkomst getekend door de V.S. en vroegere Sovjet Unie waarin beide landen overeenkomen de productie van nucleaire bewapening te reducerenSTART (Strategic Arms Reduction Treaty)start1[ sta:t] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 start♦voorbeelden:wake up with a start • wakker schrikkenget off to a good/bad start • goed/slecht beginnenmake a start on • beginnen metmake an early start • vroeg vertrekkenmake a fresh/new start • opnieuw beginnenat the start • in het beginfrom the (very) start • vanaf het (allereerste) begingive someone a start (in life) • iemand op gang/op weg helpenstart on/over • voorsprong op————————start21 beginnen ⇒ starten, beginnen te lopen/werken4 〈 benaming voor〉 (plotseling) bewegen ⇒ losspringen 〈 van hout〉; aanslaan 〈 van motor〉; te voorschijn springen♦voorbeelden:start at • beginnen bij/metstart at • (op)schrikken van4 start for the door • richting deur gaan/lopentears started to their eyes • de tranen sprongen hen in de ogenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (doen) beginnen ⇒ in beweging zetten, aan de gang brengen/helpen; aanzetten, starten 〈 motor〉; opwerpen 〈 vraag〉; aanrichten; aansteken 〈 vuur〉; op touw zetten; stichten, opzetten 〈zaak e.d.〉; naar voren/te berde brengen, aansnijden 〈 onderwerp〉♦voorbeelden:¶ start something • moeilijkheden maken/zoeken -
13 jib
n. kluiver; arm v.e. kraan; zeilsoort--------v. Terugdeinzen, terugkrabbelen, weigeren verder te gaanjib1[ dzjib] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 laadboom ⇒ (kraan/zwaai)arm, kraanbalk♦voorbeelden:→ cut cut/————————jib2〈werkwoord; jibbed〉♦voorbeelden:2 jib at • terugdeinzen voor, zich afkerig tonen van -
14 испугаться
v1) gener. schrikken (voor-÷åãî-ô.), opschrikken, verschrikken2) liter. terugdeinzen (voor-÷åãî-ô., êîãî-ô.) -
15 reculer
reculer [rəkuulee]1 achteruitgaan ⇒ achteruitlopen, -rijden, terugwijken2 terrein verliezen ⇒ teruggaan, achteruitgaan♦voorbeelden:reculer pour mieux sauter • een afwachtende houding aannemen, toegeven om later meer te vragenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 achteruit-, terugzetten ⇒ achteruit-, terugplaatsen♦voorbeelden:1 reculer les frontières • de grenzen verleggen, uitbreidenv2) terugdeizen (voor), terugschrikken4) uitstellen -
16 испугаться
v1) gener. schrikken (voor-÷åãî-ô.), opschrikken, verschrikken2) liter. terugdeinzen (voor-÷åãî-ô., êîãî-ô.) -
17 jib at
jib atterugdeinzen voor, zich afkerig tonen van -
18 start back (from)
start back (from) -
19 shrink from
huiverig zijn bij (om), terugdeinzen voor -
20 cringe
v. terugdeinzen, terugspringen, inkrimpen; zich vernederen[ krindzj]1 ineenkrimpen ⇒ terugdeinzen, terugschrikken♦voorbeelden:
- 1
- 2